Met de prozagedichten van Le Spleen de Paris, postuum gepubliceerd in 1869, was Baudelaires naam als dichter van de moderniteit voorgoed gevestigd. Het woord spleen duidt hier op het ziekelijke karakter van de ‘Parijse hel’ die via de poëzie wordt omgevormd tot schoonheid. In één van zijn brieven noemt hij Le Spleen de Paris daarom een tweede Fleurs du Mal, maar dan “met veel meer vrijheid, detail en spot […].” (brief aan Jules Troubat, 19 februari 1866). Het bijzondere van de getoonde uitgave is, naast het bibliofiele karakter, de opdracht van J. C. Bloem op het schutblad en de handtekening van Adriaan Roland Holst op het omslag.
Charles Baudelaire, Le spleen de Paris - Petits poèmes en prose, Paris, Georges Crès éditeurs, 1917. [20645 B 28]