In een jaar waarin veel met modder werd gegooid naar aanleiding van Baudelaire, lieten de auteurs van deze bundel zien hoe Baudelaire zelf van modder het liefst goud maakte door middel van zijn poëzie. De bundel opent met vertalingen uit Les Fleurs du mal door Petrus Hoosemans (de gedichten geïnspireerd door Baudelaires geliefde Jeanne Duval) en prozafragmenten vertaald door Maarten van Buuren. Het boek bevat een aantal diepgravende essays over Baudelaires betekenis voor de Nederlandstalige poëzie (de Tachtigers, Karel van de Woestijne en Nijhoff) en over diens kunstkritiek en beeldgedichten.
Maarten van Buuren, ed., Jullie gaven mij modder, ik heb er goud van gemaakt. Over Charles Baudelaire, Groningen, Historische Uitgeverij, 1995. [T 46164]