Baudelaire 2021

Terwijl in Frankrijk Baudelaire dit jaar uitbundig herdacht wordt met publicaties en een tentoonstelling in de Bibliothèque Nationale, zijn in Nederland ook nieuwe Baudelaire bloemen tot bloei gekomen. Terwijl in de jaren 1990 het vooral leek te gaan om het vertalen van Les Fleurs du mal, is er nu ook oog voor zijn brieven - waarvan een ruime keuze voor het eerst vertaald is. Le Spleen de Paris, Baudelaires bundel prozagedichten over de grote stad, lijkt dit jaar een heuse “Nederlandse rentrée” te beleven, zoals Erik van den Berg kopte in de Volkskrant.

 

 

  Uitgeverij Voetnoot komt met een herziene vertaling daarvan en tegelijkertijd werkte Hafiz Bouazza aan een nieuwe vertaling, geïllustreerd door Marlene Dumas, die vanwege Bouazza’s vroegtijdige dood onvoltooid is gebleven (te verschijnen in 2022). Zo blijkt Baudelaires werk anno 2021  – net als in de negentiende en twintigste eeuw – nog springlevend voor schrijvers, vertalers en beeldend kunstenaars.

 

  • Charles Baudelaire, Mijn hoofd is een zieke vulkaan, vert. Kiki Coumans, 2021

    Voor deze editie selecteerde de vertaler zo’n 150 brieven die samen een nieuw inzicht in de persoon van Baudelaire geven. Het boek bevat ook brieven aan Baudelaire van bevriende schrijvers en kunstenaars als Flaubert, Hugo en Manet en van familieleden, waardoor een nieuw licht wordt geworpen op cruciale gebeurtenissen in zijn leven zoals zijn tropenreis en het proces rond Les Fleurs du mal. De uitgave is voorzien van een uitgebreide biografische schets en van begeleidende noten. Charles Baudelaire, Mijn hoofd is een zieke vulkaan. Brieven, vertaling Kiki Coumans, Amsterdam, Uitgeverij de Arbeiderspers, (Privé-Domein 313), 2021.
  • Charles Baudelaire, De bloemen van het kwaad, vert. Menno Wigman, 2021

    “Hier is Baudelaire, zoals ik hem zie”, zo besloot Menno Wigman de verantwoording bij de Baudelaire uitgave die hij in 1989 publiceerde bij Uitgeverij Buissant. Het is de verdienste van Kiki Coumans dat deze Bloemen van het kwaad, die indertijd slechts in kleine kring bekend waren, opnieuw beschikbaar zijn geworden. In haar nawoord memoreert ze Wigmans diepgaande verwantschap met Baudelaire en diens decadente levensgevoel, dat ook blijkt uit de titel van Wigmans inleidende essay, “De Zwarte Bruiloft van Baudelaire”. Deze tweetalige editie bevat naast zijn eigen keuze uit Les Fleurs du mal ook een aantal gedichten uit Le Spleen de Paris, waaronder het hier getoonde gedicht ‘L’étranger’. Men vergelijke Wigmans vertaling met de oudere versie van Jules Schürmann. Charles Baudelaire, De bloemen van het kwaad, vertaling Menno Wigman, Amsterdam, Prometheus, 2021.
  • Charles Baudelaire, “Les paradis artificiels”

    KUNSTMATIG PARADIJS (vertaling Peter Verstegen) Kunstmatig paradijs! Blonde uitwasemingen, Een scherpe smaak, zalige droom, een dood die leeft, Heerlijk vergeten van te zeer beminde lievelingen, Voorbij verdriet dat ons blijvende schade geeft. Vriendinnen van weleer, voor mij volmaakt van aard Flemende monsters, wreedheid, liefde, boze grillen, Opiaten zijn voor mij alles wat gij eens waart, Minus het zwart vervolg van wie er ontrouw willen. Zij verdoen hun bestaan, bedwelmend en verspild, De opgewekte slaap, leugen die woelziek maakt; De dronken ziel vergaat, gehoorzaamt aan de Gril Van ’t dromen dat vervoert, en als zij dan ontwaakt, Vol onmacht, ziet zij mooie dromen die vergaan; Als zij ons weerziet, denkt onze ziel zelf te dromen; De werkelijkheid doet haar nu als een leugen aan. U bent wat overblijft van dromen onvolkomen. Tijdens haar werk aan de vertaling van Baudelaires brieven trof Kiki Coumans het manuscript van dit gedicht aan in de Parijse Bibliothèque littéraire Jacques Doucet. In een artikel in De Groene Amsterdammer (7-04-2021) zet zij de achtergrond daarvan uiteen. Het gedicht is onbekend bij de gewone lezer want het is in geen enkele uitgave van Les Fleurs du mal opgenomen. Echter, al in de jaren 1930 kwamen twee Baudelaire kenners tot de conclusie dat het gedicht niet van Baudelaire kon zijn omdat het twee metrische zwakheden bevat. In haar artikel breekt Coumans echter een lans voor de authenticiteit van het gedicht, vooral op basis van het handschrift van de brief. Desondanks is het volgens Coumans niet met zekerheid te zeggen dat het gedicht van Baudelaire is omdat zijn handschrift nogal wisselend was. Het gedicht is voor de tentoonstelling vertaald door Peter Verstegen.
  • Charles Baudelaire, Het Spleen van Parijs, vert. Jacob Groot, 2021

    De dichter Jacob Groot maakte al eerder een complete vertaling van Le Spleen de Paris, die in 1980 verscheen bij De Bezige Bij. Ter gelegenheid van het ‘bicentenaire’ verscheen op 9 april 2021 zijn geheel herziene vertaling, in een bijzonder vormgegeven editie met tekeningen van Miro Svolik. Charles Baudelaire, Het Spleen van Parijs, vertaling Jacob Groot, Amsterdam, Uitgeverij Voetnoot, 2021.
  • Charles Baudelaire, Le poison / Het gif, vert. Peter Verstegen, 2021

    De tegendraadsheid en de sombere kant van Baudelaire spreken onverminderd aan in onze tijd. Zo ook bij de kleine, onconventionele uitgeverij Hetmoet – de “enige varende uitgeverij van Nederland”- die Peter Verstegen vroeg, een keuze te maken uit “zijn favoriete decadente gedichten” (eerder gepubliceerd in zijn Bloemen van het kwaad). De dichter Simon Mulder schreef er een flamboyante inleiding bij, waarin Baudelaire wordt neergezet als “adept van de Zwarte Romantiek”. Charles Baudelaire. Le poison / Het gif, vertaling Peter Verstegen, Uitgeverij HetMoet, 2021.
  • Charles Baudelaire, Het Parijs Spleen, vert. Hafid Bouazza, 2022

    Schrijver, dichter en vertaler Hafid Bouazza overleed in 2021, nog voor hij zijn vertaling van Le Spleen de Paris had kunnen voltooien. Bouazza had eerder naam gemaakt met vertalingen van Arabische poëzie en een vertaling van Shakespeare's Venus en Adonis. Uitgeverij Querido publiceert in het voorjaar van 2022 het al voltooide deel, met wat aanvullingen. De uitgave is geïllustreerd met schilderijen van Marlene Dumas die in het najaar van 2021 op een solotentoonstelling in Musée d'Orsay in Parijs te zien waren. Ook voor de uitgave van Venus en Adonis werkten Bouazza en Dumas al samen.