De prent ‘Togt over het Juragebergte’ verbeeldt specifiek de loopbaan van een Leidse rechtenstudent en verscheen als uitvouwblad in de almanak van 1862. De weinige kleuren op de prent zijn met de hand aangebracht, waarbij het groen van de student naarmate zijn academische loopbaan vordert steeds minder wordt. Onderaan de berg kleurt de aanstaande student nog volledig groen als hij zijn gymnasiumdiploma in ontvangst neemt. Dan wacht hem de tocht naar boven.
Het eerste obstakel is de inauguratie bij het Leids studentencorps, waarna het eerste examen volgt. De student is dan inmiddels al wat minder groen en nog maar voor de helft gekleurd. Achter de student is een viersprong zichtbaar waarbij er drie wegen leiden naar de vereniging of de sociëteit. De enige weg waarmee de opleiding wordt vervolgd is versperd door een rotsblok met daar bovenop de nodige collegedictaten. Achter het rotsblok schuilt een driekoppige hond – met de hoofden van enkele hoogleraren – die staat voor de propedeuse die behaald moest worden. Vervolgens moet de student de drank (Bacchus) zien te weerstaan om allerlei colleges te volgen zoals statistiek, strafrecht en burgerlijk recht (kleine bergjes). Pas na het oversteken van de rivier die stroomt uit de bron van wijsheid (‘fons sapientiae’) wordt de ladder bereikt die tot de dissertatie leidt. Daarna duikt de student vanaf een platform weer naar beneden waar hij wordt opgevangen door de maatschappij.
