Het Leidse studentenleven heeft een eigen cultuur. Dat komt tot uitdrukking in allerlei tradities en rituelen, en zeker ook in de jaarlijkse studentenalmanakken. Deze webtentoonstelling toont een studentenleven in acht prenten uit diverse negentiende-eeuwse almanakken: vanaf het afscheid van huis tot aan de eerste stappen in het werkende leven. Uiteraard komen ook alle tussenliggende besognes aan bod, zoals het verenigingsleven, de examens, het afstuderen en de vakantie. De prenten geven een mooi beeld van het leven van een student in Leiden in de negentiende eeuw, wat voor een (verenigings-)student van nu nog altijd opvallend herkenbaar is. In almanakprenten werd het Leidsche studentenleven in herinneringen en anekdotes verbeeld, gevierd, en voor het nageslacht doorgegeven.
In 1814 verscheen de allereerste Leidse studentenalmanak – voor het jaar 1815 – met daarin allerlei relevante informatie voor de Leidse student, zoals de namen van medestudenten en hoogleraren, het collegerooster en vertrektijden van trekschuiten en koeriersdiensten. Daarnaast bevatte de almanak een jaarverslag van de universiteit en allerlei ingezonden stukjes van studenten, waaronder van bekende schrijvers zoals Nicolaas Beets en François Haverschmidt (Piet Paaltjens).
De Leidse studentenalmanak – die begon als algemene studentenalmanak en vanaf 1841 het formele jaarboek van het Leidse studentencorps werd – bevatte tussen 1838 en 1897 altijd één of meerdere almanakprenten. De prenten varieerden steeds in formaat en werden vanwege het zakformaat van de almanak gevouwen bewaard, soms ingebonden maar vaak ook los. De prenten waren bedoeld als onderdeel van het ‘mengelwerk’ achterin de almanak waarin de stukjes van studenten zelf werden opgenomen: als illustratie bij een tekst, als herinnering aan een gebeurtenis of als ironische actuele schets. Vaak zijn de prenten volledige beeldverhalen die vertellen over allerlei aspecten uit het leven van een student.