Dit portret van de jeugdige Anna van der Aar de Sterke uit 1776 moet haar huwelijksportret zijn geweest. De afbeelding is dan ook een pendant van een in dezelfde stijl uitgevoerd portret van haar echtgenoot Maximiliaan ’s-Gravesande. Opvallend is, zeker in vergelijking met het portret van ’s-Gravesande, dat Anna van der Aar heel duidelijk als een gegoede dichteres wordt afgebeeld. Hoewel ook ’s-Gravesande lid was van allerlei dichtgenootschappen, wordt juist zijn echtgenote afgebeeld als de dichter van de twee. Op het portret van Van der Aar zijn naast alle strikken, parels en sieraden ook een boek en schrijfwaar afgebeeld. De dichteres zit aan een tafel die door alle voorwerpen erop lijkt op een werk- of schrijftafel. Dit suggereert dat de dichteres in haar huis een werkplek heeft, iets wat voor getrouwde vrouwen in deze periode niet vanzelfsprekend was. In haar rechterhand houdt de dichteres een stuk papier met tekst. Hoewel deze tekst niet te lezen is, lijkt het erop dat het gaat om een gelegenheidsgedicht. De hypothese dat het gaat om een zelfgeschreven gedicht, wordt versterkt door de inkt die we bij de linkerarm van Van der Aar zien staan. Het enige attribuut dat we nog missen is een schrijfveer. Met dit portret wordt Anna van der Aar de Sterke als actieve dichteres gepresenteerd.
Pierre Frédéric de la Croix, Portret van Anna van der Aar de Sterke, pastel (particuliere collectie, afbeelding via het RKD)