By de tweede verjaring van het vriendschapkweekende gezelchap onder de spreuk Die erg denkt, vaart erg in ’t hart (LTK 2022, f. 16r)
Schoon zeer ongeschikt tot zingen; k heb nogtans de lier gesnaard
Ben verheugd, en wel met rede deze vriendenkring verjaard
Wat genoegen, hartvriendinne! heden is het reeds twee jaar,
Dat we in ongestoorde vriendschap weeklyks komen by elkaar,
Ik kan meenigmaal verlangen na die blyde zaterdag
Wyl men met vermaak en stichting leerzaam boerte paren mag
Lange bloeie dit gezelchap; dat ons vry doet zyn van smart
Onze zinspreuk wordt bevestigt, Die erg denkt vaart erg in ’t hart.
Gund my nog een woord te spreken; eer ik myne reen besluit
Wyl een lid van dit gezelchap, hier verschynt als Stoplaars bruidt.
S’hemels gunst wil haar verzellen, in dien staat waar in zy treed
Ga het altoos na myn wenschen dan ontmoet haar nimmer leed
Dan blijft ze aan deze saamning denke schoon zy spoedig van ons scheidt
Dan zien wy ons meenigmaale, door een vers van haar verbleidt.
23 oktober 1784