Tussen de vele brieven van Nederlandse militairen is er soms een beschrijving van (extreem) geweld te vinden. Een voorbeeld is deze brief die door R.A.H. Bergmann, controleur in Pare-Pare, aan H.W. Felderhof, de procureur-generaal van Nederlands-Indië, werd overhandigd. In de brief - waarvan de auteur anoniem is - worden zogenaamde ‘zuiveringen’ beschreven van KNIL-militairen in Suppa, een zuidelijk deel van Sulawesi (vroeger Celebes geheten). Hierbij vermoordden Nederlandse troepen op 28 januari 1947 circa 200 Indonesiërs:
‘Een stuk of wat kampongs afgebrand, bevolking verzameld en op aanwijzing van een stelletje spionnen ruim een tweehonderd menschen [...] als honden, met revolver, neergeschoten. [...] Heb nog een interessant detail van deze massamoord vergeten: vele soldaten beijverden zich de ringen van de vingers van de lijken af te halen. [...] Dit ligt mij niet, het gaat in tegen alles, wat ik voel en denk en waaraan ik waarde hecht. Door dit dichte gordijn van moorden en dagelijksche rotzooi kan ik de idealistische opvoedende taak van ons niet meer zien.’
Brief van onbekende persoon aan Paul [...] over de massa-executie in Suppa door Nederlandse militairen, 28 jan. 1947. Pare-Pare, Zuid-Sulawesi, 29 januari 1947. 1 stuk. D H 1284, nummer 149.