Egodocumenten zoals dagboeken van Nederlandse soldaten geven een unieke inkijk in de ervaring van individuen tijdens de oorlog in Indonesië. Veel dagboeken beschrijven vooral het leven van alledag, maar soms stuit je als lezer plotseling op een terloops neergepende getuigenis van gevechtshandelingen of zelfs oorlogsmisdaden. Het is bekend dat Indonesische krijgsgevangenen regelmatig werden neergeschoten waarbij achteraf werd vermeld dat de gevangene in kwestie had geprobeerd ‘te vluchten’. Deze passage in roze inkt is een getuigenis van deze praktijk: droogjes wordt er verslag gedaan van de gebeurtenissen (zo lees je in de kantlijn: ‘Hersenen lagen in krantje op straat’). De aanhalingstekens rondom ‘zogenaamd’ fungeren als een disclaimer. Gesuggereerd wordt dat de gevangene in kwestie helemaal geen vluchtpoging ondernam, maar werd geëxecuteerd.
Dagboek van soldaat Verbeten, onderste compagnie VII Reg. stoottroepen veldpostkantoor. 1 stuk. Batavia, 1946. Or. 27.014-1.