6.7 Rood-wit, blauw? (interview)

< >

Description

In de koloniale hiërarchie liepen scheidslijnen op basis van etniciteit, klasse, gender, stand maar ook religie. Net als de Molukken, Papua en de Sunda-eilanden, werd ook Noord-Sulawesi onder het motto van beschaving in de loop van de negentiende eeuw bekeerd tot het christendom. Door het missiewerk was een relatief groot aantal Menadonezen uit Noord-Sulawesi Nederlands georiënteerd. De moeder van de Menadonese mevrouw Fransz-Rompis bewaarde tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië dan ook in het geheim de Nederlandse driekleur. Net als haar moeder voelde zij zich niet verwant aan de Indonesische vrijheidsstrijd die daarna zou oplaaien. Haar vader was daarentegen een overtuigd nationalist. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog werkte ze als verpleegster in een militair hospitaal in de buurt van Menado. Daar ontmoette ze haar man, een dienstplichtige Indo-Europeaan uit het Nederlandse leger. Ze vertelt over hun trouwdag, die plaatsvond in de slotfase van de dekolonisatie van Indonesië.

Interview met mevrouw F.D. Fransz-Rompis.SMGI 1139.2 (14). Arnhem, 1997.

“Groet uit Menado”. Sulawesi, ca. 1900. Uitgever: K.D Que, Menado. Prentbriefkaart. KITLV 1403508.

Transcriptie
F-R: We hebben het in de Jappentijd in de Tweede Wereldoorlog zo sterk onze driekleur verdedigd, we hebben tranen gelaten toen het Wilhelmus klonk. Wij buigen alleen voor deze [Nederlandse] vlag.

I: En u voelde zich daar ook verwant aan?

F-R: Toch wel bij betrokken. Ja. Ik had – en het spijt mij voor mijn Indonesische familie dat te moeten uitspreken – ik had helemaal geen nationalistisch gevoel. Geen merah-putih [rood-wit] gevoel.
Toen wij trouwden, werd onze tent bekogeld door merah-putih-fanatiekelingen. Ze moesten die Indo, die Belanda niet hebben in het dorp. Het waren een beetje relschoppers. Ze moesten niks van mijn man hebben. Is dat misschien de aanleiding geweest waardoor hij zich feller voor het Nederlandse bewind heeft sterk gemaakt? Het zou kunnen. Ik moet even opmerken dat het allemaal toen nog zo heet was. Het was 1948. Als het Indonesische volkslied klonk dan sloot hij zich af. Mij zei het niks. Maar mij deed het ook niks. Nederlander? Ja, hij was Indische Nederlander. Maar zo trouw aan de vlag. Daardoor hebben wij ook gekozen voor repatriëring. Als je het zo mag stellen. Het is repatriëring voor hem, ook al kende wij het land [Nederland] niet.