Sem Dresdens Vervolging, vernietiging, literatuur heeft een moeizame voorgeschiedenis. Een eerste tekst over het onderwerp verscheen reeds in zijn essaybundel De literaire getuige (1959). Hij schrijft daarin: ‘Nauwelijks durf ik nog verder te gaan! Waarom dit onderzoek, waarom niet de stilte?’ De kampliteratuur liet hem echter niet los. Dresden documenteerde zich grondig, en ging daarbij te werk zoals bij de vele andere publicaties van zijn hand, van Erasmus tot het Franse existentialisme. Hij werkte daarbij met systeemkaarten, die geordend en gerubriceerd werden in vele kaartenbakken. Deze kaartenbakken, nu in het bezit van de Leidse Universiteitsbibliotheek, geven ons inzicht in wat de werkwijze van Dresden was en wat zijn bronnen waren.