Het zogenaamde ‘Plan-Frederiks’ is een na de oorlog bekend geworden lijst waarop joden stonden die enige bescherming genoten tegen maatregelen van de Duitse bezetter. De lijst, die bedoeld was om tijdelijk enige angst en onrust weg te nemen, is vernoemd naar K.J. Frederiks, die tijdens de oorlog de Nederlandse secretaris-generaal was van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Op verzoek van enkele bevriende joden stelde Frederiks aan een hooggeplaatste SS’er voor om een lijst met vooraanstaande joden op te stellen die voorlopig - wegens hun maatschappelijke status - bescherming zouden genieten tegen sancties van de bezetter. Het plan werd aanvankelijk afgewezen, maar wegens een interne machtsstrijd in de SS alsnog ten uitvoer gebracht. De joden op de lijst kregen een beschermingsbrief die hun voorlopige veiligheid garandeerde. Ze gingen niet naar een concentratie- of doorgangskamp, maar naar zogenaamde reserveringskampen: een soort geïsoleerde villa’s, die als gevangenissen functioneerden. Voorbeelden daarvan zijn Huize De Schaffelaar in Barneveld, Villa Bouchina in Doetinchem, en Huize De Biezen in Ede.
(bron van de afbeelding: Wikipedia)