Sem Dresden en Nico Rost hadden met elkaar gemeen dat ze allebei zeer geïnteresseerd waren in de concentratiekampen van de nazi’s. Dresden was als literatuurwetenschapper gepreoccupeerd met kampliteratuur, waarvan hij een grote verzameling aanlegde. Rost op zijn beurt verdiepte zich in de geschiedenis van de kampen en was lid van het Dachau-comité (een comité om de slachtoffers en nabestaanden te vertegenwoordigen). Tijdens zijn verblijf in het kamp hield hij een dagboek bij, dat later als Goethe in Dachau in zowel het Nederlands als Duits werd uitgegeven.