De verdrijving van de Moren

Ferdinand II van Aragon, of in het Spaans Fernando el Católico, huwde in 1469 Isabella van Castilië, halfzuster en erfgename van koning Hendrik IV van Castilië. Ferdinand en Isabella gingen de geschiedenis in als de Reyes Católico (Katholieke Koningen). Hun huwelijk leidde namelijk op termijn tot de eenwording van Spanje. Ferdinand en Isabella werden in 1474 koning en koningin van Castilië. Beiden voltooiden de reconquista door de verovering van het koninkrijk Granada in 1492 op de Moorse heerser Boabdil. Dit was niet de meest fraaie periode in de geschiedenis van Spanje want de verovering ging gepaard met de uitdrijving van de Moren (de moslims van het Iberisch schiereiland)  en Joodse onderdanen. In 1609, het jaar waarin het 12-jarig bestand met de Nederlanden werd afgesloten, werden alle Moren en een groot deel van de Morisken (de tot het Christendom bekeerde moslims) uit Spanje verjaagd.  Vele van hen vonden een veilig heenkomen in Noord-Afrika waar zij met de nodige verbittering en vol heimwee naar hun Al-Andalus een nieuw leven probeerden op te bouwen.

  • Luis Marmol Carvajal

    Deze belangrijke beschrijving van moslim Afrika werd geschreven door Luis Marmol Carvajal (1520-1600). Hij nam in 1535 deel aan de Tunis-campagne van koning Karel V tegen de Mediterrane strijdkrachten van het Ottomaanse rijk. Hij werd gevangen genomen en bracht meer dan 22 jaar door in Noord-Afrika, waaronder zeven of acht jaar als gevangene in Marokko, Fez en Tunis, waar hij Arabisch leerde. In zijn werk geeft hij een historisch verslag van conflicten tussen christenen en moslims vanaf de tijd van Mohammed tot 1571, evenals van de interne moslimstrijd. In 1571 richtte paus Pius V de 'Heilige Liga' op om Ottomaanse troepen uit het oostelijke Middellandse Zeegebied te verdrijven. Marmol bespreekt echter niet alleen militaire aspecten, maar ook andere elementen van Noord-Afrika, de Moorse milities, de instellingen en gebruiken, met bijzondere aandacht voor Spaanse commerciële belangen in deze gebieden. Hij geeft beschrijvingen van steden in de Maghreb en van hun verschillende belegeringen en plundering door de Spanjaarden, Portugezen, Genuezen en Ottomanen. Luis del Marmol Carvajal, Descripcion general de Africa, con todos los successos de guerras que a auido entre los infieles y el pueblo Christiano, y entre ellos mesmos desde que Mahoma inuẽto su secta, hasta el aña de seẽnor 1571. Granada, Rene Rabut, 1573. [UBL 1368 D 11-12 ].
  • Sevilla en Granada

    In 1572 publiceerden auteur Georg Braun en graveur Frans Hogenberg in Keulen het eerste deel van Civitates Orbis Terrarum, een atlas met plattegronden en stadsprofielen van steden over de hele wereld. De atlas kan gezien worden als tegenhanger van het twee jaar daarvoor uitgegeven Theatrum Orbis Terrarum van Abraham Ortelius: de eerste moderne wereldatlas. De nadruk ligt bij Braun en Hogenberg op Europese steden. Hier zien we Sevilla en Granada met het Alhambra. Dit bijzonder fraai ingekleurde exemplaar van de Civitates komt uit het bezit van geleerde en verzamelaar Isaac Vossius. Georg Braun & Frans Hogenberg, Civitates Orbis Terrarum. Antwerpen, Aegidium Radeum 1575. [COLLBN Atlas 45: 1, kaart 57].
  • Mohammed XII Abu Abdallah

    Mohammed XII Abu Abdallah was de laatste Moorse koning van uit de Nasriden-dynastie van het Koninkrijk Granada. De plek waar Boabdil een laatste blik geworpen zou hebben op zijn koninkrijk Granada heet nog altijd El último suspiro del Moro (de laatste zucht van de Moor). Daarbij zou zijn moeder hem sarcastisch hebben toegevoegd: 'Huil als een vrouw om wat je als een man niet kon verdedigen.' Het verhaal van de laatste Moorse heerser in Spanje is een dankbaar onderwerp geweest voor vele kunstenaars en schrijvers. Abdelkader Benali schreef in 1999 het toneelstuk De ongelukkige over Boabdil en de overgave van Granada. Alfred Dehodencq (1822–1882), Les Adieux du roi Boabdil à Grenade. [Parijs, Musee d’Orsay].
  • Ferdinand II van Aragon en Isabella van Castilië

    De Reyes Católicos Ferdinand II van Aragon en Isabella van Castilië veroverden in 1492 Granada, het laatste Moorse bolwerk op Spaanse bodem. Daarmee werd Spanje een koninkrijk onder hun beider leiding. In 1492 zonden ze Christoffel Columbus uit voor zijn reis naar Indië. Hij ‘ontdekte’ echter Amerika. De rijkdom die in dat continent werd geroofd, maakte de Spaanse schepen een aantrekkelijke buit voor kapers van allerlei soort. Americae pars qvarta. Sive, insignis & admiranda historia de reperta primùm Occidentali India à Christophoro Columbo anno M. CCCCXCII. Frankfurt, Theodoor de Bry 1594. [1368 A 10].


‘Isabella en Ferdinand waren katholieke heersers geworden van een grotendeels islamitische bevolking. Om die zogenaamde morisken te bewegen het ‘ware geloof’ aan te nemen werd de inquisitie opgericht, waarmee een agressieve bekeringspolitiek begon die ertoe moest leiden dat Spanje gezuiverd werd van islamitische aanwezigheid. Sommige Moren gingen over tot het christendom, eerder uit lijfsbehoud dan uit geloofsvuur, anderen beleden het katholicisme met de mond, maar trokken bij de mis waar ze verplicht aanwezig moesten zijn demonstratief een zuur gezicht. De inquisitie verbood Moorse liederen, Moorse kledij en Moors eten. Vooral de aubergine moest het ontgelden: controleurs gingen langs de deuren om te ruiken of er geen aubergine in olijfolie werd gebakken, want dat werd geassocieerd met de islam en dat zou erop wijzen dat de Moren heimelijk binnenshuis hun geheime geloof nog aanhingen. 

Een bepaalde groep wekte de wrevel van de inquisitie: de bewoners van Hornachos. Zij hadden een aan arrogantie grenzende autonomie voor zichzelf opgeëist, waardoor katholiek Spanje ver weg leek. Maar ook deze minirepubliek in Extremadura [Andalusië?] naderde zijn eind. Nadat er een massamoord was gepleegd op de opstandelingen werden de 3500 overgebleven bewoners gedwongen naar Sevilla te lopen, waar ze verder werden getransporteerd naar Marokko. Plannen om ze op volle zee te laten zinken werden om redenen van complexiteit terzijde geschoven.’