Relaties Oost en West
Niet alleen kaapvaart en geweld: Wetenschappelijke contacten tussen vroege Nederlandse arabisten en een Morisco/Marokkaanse geleerde.
De kaapvaart en zeeroverij in Marokkaanse wateren vonden niet plaats in een politiek vacuüm. Integendeel, de diplomatieke kanalen waren onmisbaar om het loskopen van Nederlandse slaven te faciliteren. Ook hadden Marokko en de Nederlandse Republiek een gemeenschappelijke vijand: Spanje. Om die reden sloten beide landen in 1610 een verdrag. Vroege Leidse arabisten maakten op verschillende manieren deel uit van dat diplomatieke circuit. De eerste hoogleraren in Leiden, Thomas Erpenius en Jacobus Golius, onderhielden intensieve en heel persoonlijke contacten met een Marokkaanse diplomaat, de Morisco Ahmad ibn Qasim al-Hajari. Hij hielp beide geleerden met het leren van Arabisch en het opbouwen van een collectie Arabische handschriften in de Leidse Universiteitsbibliotheek.