In de vroege zeventiende eeuw werd de Haarlemse Kaapvaarder Jan Janszoon na een schipbreuk gered door de beruchte piraat Ivan de Veenboer, alias Sulayman Reis, die zich als ‘corsair’ had bekeerd tot de Islam en admiraal was van de piratenvloot van Algiers. Janszoon werkte als stuurman op het schip van Reis en bekeerde zich eveneens tot de Islam. Na de dood van Reis in 1620 werkte Jan Janszoon zich op tot admiraal van de Barbarijse piratenstad Salé in Marokko. Als Mourad Rais toonde hij het menselijke vermogen om zich met een nieuwe cultuur te vereenzelvigen, zó dat hij deze hartstochtelijk verdedigde en er een dominante kracht bleek te kunnen zijn. Wellicht wordt identiteit meer door omstandigheden en toeval bepaald, dan door geboorte en nationaliteit.
Schrijver, columnist, journalist en programmamaker Abdelkader Benali (1975) nam het verhaal van Jans Janszoon als uitgangspunt voor het essay dat hij schreef ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis. Hij reisde naar zijn geboorteplaats en bezocht de plaatsen aan de Marokkaanse kust van waaruit de Barbarijse zeerovers de Middellandse zee onveilig maakten. Reizigers van een nieuwe tijd is een ode aan grensgangers zoals Jan Janszoon, die onderdeel werden van de Marokkaanse cultuur en ons nieuwe vormen van burgerschap tonen.
Samen met de conservatoren van de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden, stelde Benali als gastcurator deze digitale tentoonstelling samen bij zijn essay. Voor de tentoonstelling kon hij putten uit de enorme collectie boeken, handschriften, kaarten, prenten en foto’s, waarin juist ook het Midden-Oosten ruim vertegenwoordigd is.