Snouck (de tweede van rechts) is in Leiden een serieuze student en woont bij zijn moeder en twee van zijn zussen aan de Hooigracht in Leiden. Met studiegenoten als Herman Bavinck, Bastiaan van Dam en Pieter van Romburgh onderhoudt hij levenslange vriendschappen. Na zijn doctoraalexamen besluit Snouck te gaan promoveren. Hij bestudeert zowel de Koran als verschillende Arabische schrijvers uit de eerste eeuwen na het optreden van Mohammed om het oorspronkelijke karakter van de religieuze plechtigheden in Mekka te achterhalen. In november 1880 promoveerde hij op het proefschrift Het Mekkaansche Feest. Een van Snoucks conclusies is dat in de tijd vóór het optreden van Mohammed het in Mekka vooral ging om de jaarmarkt en niet om diepgewortelde religieuze plechtigheden.
Jan Goedeljee, Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden, gezien vanuit de bovenverdieping van een huis aan de oostzijde van het Rapenburg (hoek Kloksteeg) naar het noordwesten, 1870, Erfgoed Leiden en Omstreken, inv.nr. PV_GN006484