Snouck moet in augustus 1885 noodgedwongen uit Mekka vertrekken omdat hij (ten onrechte) wordt beschuldigd betrokken te zijn bij de roof van een oude steen met inscriptie, de Stèle van Teima. Terug in Leiden schrijft hij zijn tweedelige meesterwerk Mekka, waarvan het eerste deel in 1888 verschijnt. Het tweede deel volgt in 1889. Hierin beschrijft Snouck het dagelijks leven in de stad, ook dat van de pelgrims uit vele delen van de wereld. Bijzonder is de Bilderatlas met 75 illustraties. Het gaat hier vooral om foto’s die Snouck zelf van de stad Mekka en van vooraanstaande inwoners van de stad en groepen pelgrims had gemaakt, naast enkele foto’s van anderen. Aangemoedigd door het succes van deze publicatie, publiceert Snouck Hurgronje in 1889 nog een tweede reeks foto's, getiteld Bilder aus Mekka.
C. Snouck Hurgronje, Pelgrims uit Atjeh, 1884-1885, inv.nr. Or. 26.404: 52