Nederlandse controlepost

In 1891 en 1892 woont Snouck in Koeta Radja, de plek die beschermd wordt door de zogeheten ‘geconcentreerde linie’. Die is in 1884 aangelegd. De linie bestaat uit 16 bentengs die onderling en met Kota Radja verbonden zijn via een trambaan. Het gebied wordt afgeschermd door een ijzeren hek met wachthuisjes. De gehoopte onderwerping van de Atjehers komt er echter niet. De Nederlanders verkeren volgens Snouck binnen de geconcentreerde linie ‘in de positie van den aan de ketting liggenden aap, die door een aantal knapen zonder veel gevaar voor hun welzijn tot dolwordens toe geplaagd kan worden, de kampongbewoners om ons heen hebben zoowel de beten van den aap als de steken zijner belagers te duchten’.

Nederlandse controlepost in de geconcentreerde linie rond Koetaradja met op de achtergrond de bergen van de westkust van Atjeh, 1892, inv.nr. KITLV 4917.