Als ergens de wieg voor zijn verbeelding stond, dan was het daar: in de ouderlijke woning aan de Deutzstraat 7 in Oegstgeest, waarin zijn vader en moeder een kleine kruidenierswinkel dreven. Jan Hendrik Wolkers groeide op als derde kind in een gereformeerd gezin van elf kinderen. Jan schaamde zich voor het elftal, en voor de armoede waarin zij in de jaren dertig leefden. Hij had een weerbarstige verhouding met zijn vader, die de gesel Gods over de hoofden van zijn kinderen liet knallen. Zijn zwijgzame moeder hield het sensitieve, slimme jongetje de hand boven het hoofd.

Nadat hij het ouderlijk huis had ontvlucht, zat Jan Wolkers al snel gevangen in een nieuw gezin. Met de Zeeuwse Maria de Roo kreeg hij drie kinderen: Erik, Eva en Jeroen. In de atelierwoning in de Zomerdijkstraat in Amsterdam – waar ze in 1950 kwamen wonen – legde hij het familieleven vast in tekeningen, aquarellen en

Na een kort huwelijk met Annemarie Nauta, die model stond voor Olga in Turks fruit, ontmoette Wolkers in 1962 Karina Gnirrep. Hij was 36, zij 16. Zij zouden de rest van hun leven bij elkaar blijven, ze waren partners in crime in liefde en werk.   In 1980 kochten zij een hagelwit huis op Texel, met vrij uitzicht over de grazige weiden. Karina was toen al zwanger van een tweeling, Bob en Tom. De jongens kregen van hun vader de liefde voor de kunst en de natuur met de paplepel ingegoten. Ze groeiden op in het paradijs.