Seks
In het literaire werk van Jan Wolkers slingeren seks en dood als twee slangen om elkaar heen. Hij was een zwart-romantische schrijver: door seks- en doodsdrift werd hij voortgestuwd. Wolkers noemde als schrijver de dingen bij hun naam, en schokte daarmee het brave burgerlijke publiek. Met name de gereformeerden, het volksdeel waaruit hij voortkwam, spraken er schande van. Een smeerlap en een viespeuk was hij. Zelfs zijn eigen uitgever, Willem Bloemena van J.M. Meulenhoff, probeerde zijn sterauteur wat te laten dimmen. Hij stelde voor het eerste hoofdstuk van de roman Turks fruit – waarin de ik-figuur zich ligt af te rukken bij naaktfoto’s van Olga, zijn verloren geliefde – te schrappen. Over mijn lijk, zei Wolkers. ‘Geen woord gaat eruit.’ In Turks fruit zette Wolkers de werkelijkheid naar zijn hand, maar voor de seksdrift |
van de hoofdpersoon hoefde hij niet te overdrijven. Aan Annemarie Nauta, die model stond voor Olga, stuurde hij in 1957 uit Parijs tekeningen ‘wat hij allemaal met haar ging doen’ als hij haar weer zou zien. Dat liet niets aan de verbeelding over. En in het gesprek dat Wolkers ter voorbereiding van zijn roman stiekem met haar opnam, jaren nadat ze bij hem weg was gegaan, zei Annemarie: ‘7 x per dag, heb je dat nog? Je was zo’n doordrijver.’In Karina vond hij een gelijkgestemde. De scène in Turks fruit waarin de ik-figuur een klaproos tussen de billen van Olga steekt en achter haar aangaat met een latje, en de bloem op haar billen tot rood sap slaat is niet op Annemarie gebaseerd, maar op Karina. Op 11 augustus 1969 noteerde Wolkers in zijn dagboek: ‘Karina leest Turks fruit helemaal. Ze is erg enthousiast. We neuken op de divan.’
|