De prentcollectie van Peter Chabot

In 2020 schonk Peter (Petrus Paul Jacques) Chabot (1945-2024) een interessante collectie prenten en twee tekeningen aan de Universitaire Bibliotheken Leiden. Bij de collectie was een blauwe ordner gevoegd met een essay over de geschiedenis van zijn verzameling en beschrijvingen van alle prenten en tekeningen. Tussen de beschrijvingen is ook de correspondentie met de prenthandelaren te vinden met wie Chabot in zee is gegaan. Zijn belangrijkste aankopen heeft hij gedaan bij Theo en Frans Laurentius en bij de Londense Christopher Mendez met wie hij een vriendschappelijke band onderhield. Beroepsmatig had Chabot niet veel met de grafische kunsten te maken; hij was een senior accountmanager in de nationale en internationale verzekeringssector, maar zijn belangstelling voor de prentkunst werd opgewekt door zijn hobby fotografie, beide grafische media. De nadruk ligt op scheepsprenten en landschapsprenten.

Rond zijn twintigste jaar maakte hij een begin met het verzamelen van prenten. Aanvankelijk bezocht hij regelmatig Antiquariaat ’t Prentenkabinet M. Soesman aan de Oostzeedijk te Rotterdam. Maurits Soesman handelde in oude boeken en zijn echtgenote Corrie was gespecialiseerd in prenten. Zijn allereerste aankopen zijn prentjes van Frederick Bloemaert en van Jacob de Gheyn (II). Rond de jaren tachtig van de vorige eeuw worden de aankopen substantiëler; hij kocht ook bij Antiquariaat ‘t Prentenkabinet diverse scheepsprenten van Reinier Nooms. Eveneens in dezelfde periode ontmoette hij Arthur & Tineke van Soest, Oude Prenten, Bergen NH. Hier heeft Chabot een complete set van vijf jachten met een titelblad van Gerrit Groenewegen gekocht. Chabot lette bij zijn aankopen steeds op de kwaliteit en op de prijs en kocht nooit prenten achter glas. De professionele passe-partouts liet hij maken door een specialist uit het atelier van Museum Boijmans Van Beuningen.

 

 

 

 

 

 

Zijn collectie heeft hij altijd bewaard in speciaal voor hem gemaakte berkenhouten kisten. In de jaren ‘80 spreekt hij regelmatig Theo Laurentius die hem in 1988 voorstelde aan de Londense prenthandelaar Christopher Mendez, bij wie hij een aantal bijzondere prenten kocht. Zoals bijvoorbeeld het eigenzinnige, bijna surrealistische werk van de hedendaagse graficus Erik Desmazières en twee prachtige etsen van Jacques Callot. Ook een zestal ingekleurde fabelprenten van Marcus Gheeraerts is afkomstig van Mendez, evenals de prent Eagle Wharf, een van de aantrekkelijkste prenten van James Abbott McNeill Whistler. De vroeg twintigste-eeuwse Engelse prenten van de Etching Revival zijn bijzonder in een Nederlandse collectie. Zoals Two willows van Alfred Bentley, een van Chabots favoriete etsen. Het gaat samen met de belangstelling van Chabot voor zeventiende-eeuwse landschapsprenten. Zo heeft hij rond de jaren '90 van de vorige eeuw een aantal prachtige etsen van Anthonie Waterloo op de kop getikt.

Na 1996 doet Chabot naar eigen zeggen nog enkele incidentele aankopen maar de echte verzameldrift is er dan uit; grafiek wordt langzamerhand onbetaalbaar en hij kan toch niet alles ophangen of opbergen. Al met al heeft Peter Chabot een gevarieerde en smaakvolle collectie bij elkaar gebracht met een paar opmerkelijke stukken. Dit alles heeft bij de Bijzondere Collecties in Leiden een goede plek gekregen; het materiaal is ontsloten en kan nu gebruikt worden in het onderzoek en bij het onderwijs. Ten behoeve van deze online tentoonstelling is een selectie gemaakt die wordt gepresenteerd in vier thema's:  Scheepsprenten, Landschappen, Engelse prenten en Varia.