Een Boeyer, een Galioot PK-2020-P-57

< >

Description

Reinier Nooms (1623-1664)

De Boeier was een kleine platbodem met een boegspriet, een stuk rond hout dat voor het schip uitstak. Het vaartuig was bestemd voor vrachtgebruik in de kust- en binnenwateren. Omdat deze wateren ondiep zijn hebben de schepen een platte of ronde bodem zonder diepstekende kiel. De ruimte achter de mast is gedeeltelijk overdekt met een roef, bedoeld als een beschutte verblijfplaats op een binnenschip. Een man is bezig met een lange houten stok, genaamd een scheepsboom, op een punter. Dat is een klein open bootje dat op het dek van de boeier ligt. De naam boeier is afgeleid van het Middelnederlandse woord `boeyen', dat verhogen van het scheepsboord betekent. Rechts is een Galjoot van de voorkant te zien; het is een plat gebouwd transportschip met (in deze prent) twee masten. Nooms heeft opnieuw met grote nauwkeurigheid een portret van beide scheepstypen geëtst; zelfs kleine details zijn zichtbaar, zoals de nagels in de planken van de scheepsromp. Deze voorstelling is de zesde prent in het eerste deel van Verscheijden Schepen en Gesichten van Amsterdam. Deze prent is aangeschaft in 1980 bij Gallery Rob Kattenburg in Aerdenhout.

Een Boeyer, een Galioot, 1652-1654, ets en droge naald, 119 x 213 mm, linksonder binnen de plaatrand: ‘Een Boeyer.’, rechtsonder binnen plaatrand: ‘Een Galioot a6’, buiten plaatrand met pen: ‘une Caravelle une Galiote’. PK-2020-P-57.