Tussen alle reisteksten over Nederlands-Indië bevinden zich naast kleurrijke brochures en rijkelijk geïllustreerde manuscripten ook stukken die niet direct de aandacht trekken. Dit wat beduimelde schrift met donkerblauw omslag bevat een beschrijving van de reis die Bets en Dirk Wiemans in 1920-1921 met de Tambora maakten van Rotterdam naar Balikpapan (op Borneo, thans Kalimantan), waar Dirk ging werken voor de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM). Naast de zonnige zijde van het leven aan boord ‒ het overdadige eten en de toeristische uitstapjes ‒ lezen we over minder prettige dagen waarop de zeeziekte de passagiers in haar greep hield. Op 11 november 1920 schreef Bets Wiemans in haar dagboek: ‘Dirk is ’s middags op bed gaan liggen, bij mij ging de boel ook draaien, ploem daar kwam alles hoor, maar in bed krijgen zij mij niet.’ Haar beschrijving van haar bezoek aan Port Said toont hoe onbekend ‘het Oosten’ nog voor haar was: ‘De Vrouwen loopen hier allemaal in ’t zwart gesluierd, vanaf hun voorhoofd tot de neus dragen ze een koperen bus dat alleen oogen en mond is vrij, een tijpies gezicht, maar vreemd voor ons hoor.’
Twee pagina’s uit Bets Wiemans, Dagboek van een reis naar Batavia, Soerabaja en met eindbestemming Balikpapan, 6 november 1920 tot en met 3 januari 1921. Manuscript. [KITLV D H 1230]