Elke toerist in Indië moest een keer de rijsttafel hebben gegeten in een van de grotere hotels. Menige reisgids beveelt het als een attractie aan. Dat was een hele ervaring, want de rijsttafel werd in eersterangs accommodaties opgediend door meer dan tien bedienden, die elk een ander gerecht kwamen presenteren, zoals ook op deze foto – genomen in Hotel Homann in Bandoeng in de jaren dertig – te zien is. Veel toeristen moesten in het begin wennen aan de smaak van de rijsttafel. De schrijver Justus van Maurik vond de combinatie van gerechten aanvankelijk niet erg smakelijk en hij had zijn bedenkingen bij het overmatige gebruik van sambal. Ook Augusta de Wit schreef over de rijsttafel. Zowel door de gerechten zelf als door de overvloed (die ze vergeleek met een middeleeuws banket) merkte ze dat ze in een ander land was. Ook zij moest niets van sambal hebben: het brandde vreselijk. Pas toen iemand haar adviseerde wat zout op haar tong te leggen, verminderde de pijn.
Het serveren van de rijsttafel in het restaurant van Hotel Homann in Bandoeng, circa 1933. [KITLV 182437]