Vanaf 1894 begon de auto aan zijn opmars in Indië. Dat jaar werd de Soenan (inheemse vorst) van Solo, Pakubuwono X, de allereerste automobielbezitter in heel het Nederlandse koninkrijk. Voor tienduizend gulden had hij een Benz Phaeton uit Europa laten overkomen. In de jaren daarna nam het aantal auto’s toe. Tal van vermogende Europese mannen lieten een Benz, Peugeot, Arbenz, Chrysler, Oakland, Daimler, Spijker, Waltham, Renault, Decauville of Willys-Knight importeren. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog was het aantal auto’s op Java gestegen naar negenduizend; in 1929 waren dat er 12.500. In toenemende mate werd het ook een vervoermiddel voor toeristen op vakantie. Toen Louis Couperus in 1921 met de auto door Indië reisde, was dat nog betrekkelijk ongebruikelijk; in 1932 werd breed geadverteerd voor tropische autovakanties.
1. Foto van auto’s met chauffeurs op het Koningsplein in Batavia, circa 1915. [KITLV 153781]
2. Een advertentie voor de Postspaarbank, uit: Het Motorverkeer. Officieel orgaan van de Koninklijke Vereeniging Java Motor Club (1932), p. 849. [KIT Collection L 2551]