De bergachtige Preanger-regio (tegenwoordig gespeld als Parahyangan) gold als een toeristische attractie vanwege de indrukwekkende natuur die er te zien was. Tal van toeristen hebben er bewonderend over geschreven. Zo noemde de arts Isaäc Groneman, die regelmatig toeristische uitstapjes maakte de Preanger ‘het schoonste en merkwaardigste gedeelte van het heerlijke eiland’. Uit zijn reisverslag blijkt dat hij zich liet imponeren door vergezichten, ‘met bosschen en meren, met sáwahs en kámpongs, met heuvels en dalen; en daarachter bergketens en wolken’. Het woord ‘genieten’ duikt in zijn tekst vele malen op. Groneman liet er geen misverstand over bestaan dat hij Java bereisde vanwege de natuur:
Welk een woeste natuurpracht, welk een treffend contrast met den zachten maanglans en ’t flikkerend weerlicht aan den vriendelijken hemel! Geen wind was daar voelbaar, maar nu en dan bewogen zich lichte en dunne wolkstrepen, in schijnbaar snelle vaart, boven, onder en langs mij heen, en verhoogden ’t effect van ’t grootsche tooneel, dat ik niet moede werd volop te genieten.
1. ‘In het Sumadangsche (Preanger Regentschappen)’. J.C. Greive naar A. Salm, 1872. [KITLV 47D24]
2. Titelpagina en titelafbeelding van J.Z. van Dyck, Garoet en omstreken. Zwerftochten door de Preanger. Batavia: G. Kolff, [1922]. [1869 C 21]