Dieren zorgden voor toeristisch amusement in Indië. In Buitenzorg bestond al aan het begin van de negentiende eeuw een kleine dierentuin, die de Nederlanders daar hadden gesticht. In de nabijheid van het paleis van de gouverneur-generaal konden reizigers daar zonder gevaar fraaie tijgers bezichtigen. In een gemetseld waterreservoir hield men twee ‘gedrochtelijke’ kaaimannen. Wat verderop bevond zich het verblijf voor de apen, en er waren ook papegaaien, paradijsvogels en zwarte zwanen. Het zou tot 1864 duren voordat in de hoofdstad van de kolonie de Bataviasche Planten- en Dierentuin werd geopend, die tot op de dag van vandaag bestaat (Ragunan Zoo in Jakarta), al is die niet meer gevestigd op de oorspronkelijke plaats.
Europese vrouwen poseren met twee apen in de dierentuin, waarschijnlijk in Fort de Kock (Bukittinggi) op Sumatra, 1936. [KITLV 76392]