In 1817 stichtte de natuuronderzoeker Caspar Georg Carl Reinwardt in Buitenzorg (nu Bogor) een wetenschappelijke Plantentuin: ’s Lands Plantentuin (thans Kebun Raya). Die vormde vanaf dat moment het centrum van het botanische onderzoek in de kolonie. Hij had deze locatie uitgekozen, omdat Buitenzorg hoger gelegen en daardoor koeler was dan Batavia, en omdat er meer regen viel. Uit de hele Indische archipel werden er gewassen naartoe gestuurd voor onderzoek naar exploitatiemogelijkheden. De tuin was zo mooi dat hij al spoedig een toeristische functie ging vervullen. Tal van reizigers bezochten de tuin en schreven erover. Justus van Maurik noemt haar ‘de glorie van Buitenzorg, neen! van heel Indië’. En de Indische schrijfster Dé-Lilah schreef: ‘Dien morgen door de hooge lanen van het Park van Buitenzorg wandelend, dacht ik echter niet aan zijne beteekenis voor de wetenschap; ik zag alleen de verrukkelijke schoonheid van alles om me heen.’ Het was volgens haar de mooiste tuin ter wereld, mooier dan Kew Gardens of de hortussen van Berlijn, Parijs of Wenen. Er ging een ‘onuitsprekelijke bekoring’ van uit die haar sprakeloos maakte, alsof ze ‘in een droom rondwaarde’. Vooral de vijver met witte lotusbloemen en de laan met ‘sombere’ waringins, bevielen haar. Vanuit de tuin konden ze ook het paleis van de gouverneur-generaal bewonderen, de hoogste bestuursambtenaar in de kolonie, dat ook in Buitenzorg stond, Vandaag de dag is het een buitenverblijf van de Indonesische president voor officiële gelegenheden.
‘Vue du palais de Buitenzorg, prise du parc’, door A.J. Bik, 1842. [KITLV 47B23]