In de roman De kus (1977) beschrijft Jan Wolkers hoe hij tijdens een groepsreis in Indonesië een bezoek bracht aan het graf van Franz Wilhelm Junghuhn. In eerste instantie kende hij de man niet, maar een medereiziger vertelde hem dat hij bekendstond als de ‘ontdekker van de schoonheid van Java’s bergwereld’. Junghuhn gold als de ‘Humboldt van Java’ en legde zijn onderzoek vast in zijn monumentale, vierdelige werk Java, deszelfs gedaante, bekleeding en inwendige structuur (1850-1854), waarin hij zijn onderzoek naar de vulkanen van Java openbaarde. Toen hij in 1864 overleed, kwam er dankzij Isaäc Groneman een monument op zijn graf: een witte obelisk, die er nog altijd staat. In de loop van de negentiende eeuw groeide Junghuhns laatste rustplaats uit tot een toeristische bezienswaardigheid.
1. Het graf van Franz Wilhelm Junghuhn in Lembang, door I. Groneman, 1865. [KITLV 51A2_1]
2. Europeanen bekijken het graf van Franz Wilhelm Junghuhn, circa 1929. [KITLV 159426]