Zijn reiservaringen verwerkte Tjondronegoro in het reisverhaal, Lampah-lampahipoen Raden Mas Arjo Poerwalelana (De reizen van radèn mas arjo Poerwolelono). Het kwam uit in twee edities (1865-1866 en 1877-1880) in Batavia. Het was daarmee één van de eerste Javaanse teksten die in druk verscheen. Tjondronegoro publiceerde het onder het pseudoniem Poerwolelono, dat ‘eerste reiziger’ betekent. Ook hij verbaasde zich over de schoonheid van zijn land. Soms is hij zo enthousiast, dat hij overstapt op poëzie om de natuur te bezingen. Poerwolelono’s reisverhaal geeft blijk van een hybride perspectief tussen ‘Oost’ en ‘West’. De edelman was trots op zijn eigen cultuur, op de islam en de Javaanse natuur, maar hij had ook waardering voor de Nederlanders en wat ze tot stand brachten in Indië. Zo bewonderde hij de architectuur en de technologische vooruitgang. Tegelijkertijd uitte hij ook voorzichtige kritiek op de kolonisator en legde hij de nadruk op de militaire aanwezigheid van de Nederlanders.
Het reisverhaal van Poerwolelono, uit: Tjarijos bab lampah-lampahipun Raden Mas Arja Poerwalelana. Samarang 1877. [KITLV V3 M ii 588]