Een vertalersrel
In 1995 bereikte de belangstelling voor Baudelaire in Nederland een hoogtepunt – en tevens een kookpunt - dankzij het bijna gelijktijdig verschijnen van twee integrale vertalingen van Les Fleurs du mal, beide metrisch en berijmd. Petrus Hoosemans had voor Van Oorschot meer dan tien jaar gewerkt aan zijn vertaling toen de uitgever, ongeduldig geworden, collega-vertaler Peter Verstegen verzocht om de opdracht te voltooien, hetgeen deze in korte tijd deed. De vertaling van Hoosemans verscheen uiteindelijk bij de Historische Uitgeverij. Dit uitgeversakkefietje was de aanleiding voor een partijtje moddergooien in de media waar beide vertalers en sommige critici, zoals Michaël Zeeman, over elkaar heen
|
tuimelden. In Het Parool kraakten Hoosemans en Verstegen elkaars vertaling publiekelijk af. Ondertussen sprak Paul Claes er in dagblad De Standaard schande van dat geen van beide vertalers gewag had gemaakt van het baanbrekende vertaalwerk van Bert Decorte. Twintig jaar later, in 2016, publiceerde Claes zijn eigen Baudelaire vertaling en zette bij die gelegenheid de polemiek voort. Ondertussen was ook Jan Pieter van der Sterre met een vertaling gekomen en was er, eveneens bij de Historische Uitgeverij, een rijke bundel essays over Baudelaire verschenen, onder redactie van Maarten van Buuren.
|