Het dichtgenootschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart werd in 1782 opgericht te Delft, waarschijnlijk door Anna van der Aar de Sterke (1755-1831). Zij werd al op negentienjarige leeftijd het allereerste vrouwelijke lid van het Leidse genootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkreegen en er volgden honoraire lidmaatschappen bij Rotterdamse en Haagse genootschappen. Maar als honorair lid mocht de dichteres niet bij genootschapsbijeenkomsten aanwezig zijn. Haar eigen genootschap bestond uit tenminste veertien vrouwelijke leden, wat het tot het eerste uitsluitend vrouwelijke dichtgenootschap maakt in de Nederlandse geschiedenis. Het bestaan van dit genootschap laat zien dat deze vrouwen hun eigen ruimte maakten om te dichten en zich op die manier onafhankelijk opstelden ten opzichte van de overwegend mannelijke, geïnstitutionaliseerde genootschappen. | Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart kenmerkt zich dan ook door de vereniging van traditionele genootschapsidealen met het persoonlijke ideaal van vriendschap. Hierin weken de dames af van de grote genootschappen die, in ieder geval voor vrouwen met honorair lidmaatschap, weinig persoonlijk waren. Met het vriendschapsmotief voegde Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart een element toe dat het genootschap zou helpen onder andere de beproevingen van de politiek roerige jaren 1780 te doorstaan. Voor Anna van der Aar de Sterke was het een bewuste keuze om politiek te vermijden. Het genootschap bestond tenminste veertig jaar; niet ondanks de politieke verdeeldheid in die tijd, maar juist dankzij de weerstand die de sterke vriendschap binnen het genootschap aan die politieke verdeeldheid bood. |