Na de protestrede van Rudolph Cleveringa in het Academiegebouw kwamen ook de Leidse studenten in verzet. Hun staking op 27 november 1940 zou uiteindelijk tot de sluiting van de Leidse universiteit leiden, gevolgd door de ontbinding van studentenverenigingen. In het Leidse verzet speelden de broers Huib en Jan Drion een belangrijke rol. Op 4 oktober 1940 gaven zij het eerste nummer van de illegale verzetskrant De Geus onder studenten uit, die later zou uitgroeien tot de spreekbuis van de Raad van Negen, het centrale orgaan van het studentenverzet. ‘Wij blijven in oorlog met Duitsland totdat het verpletterd zal zijn. Tot dat oogenblik is iedere Duitser de vijand van ons volk, tot dat oogenblik is iedere vrijwillige medewerking, iedere hulp aan hem,verraad aan het Vaderland en zijn bondgenoten.’ – De Geus onder studenten, 4 oktober 1940. |
Lang niet alle studenten kozen de kant van het verzet. Een kleine groep sloot zich aan bij nationaalsocialistische organisaties. Zo ook de geneeskundestudent Koos Timmenga, die uitgroeide tot afdelingsleider van het Nationaal-Socialistisch Studentenfront. Ook hij maakte daarna een bewuste keuze, namelijk door zich aan te sluiten bij de SS en als Truppenarzt aan het Oostfront te dienen. Daar kwam hij op 28 november 1942 door een granaatinslag om het leven. Zowel de broers Drion als Timmenga zetten hun keuzes al vroeg in de oorlog om in daden. Met de uitvaardiging van de loyaliteitsverklaring in maart 1943 werd echter iedere student gedwongen na te denken over zijn of haar positie. |